Inleiding
Op de substack 'Terug naar het midden' en in de daaraan gerelateerde online GHIA-Qigong-groep richten we ons primair op mensen die een lijf hebben waarin GHIA huist: global high intensity activation. (Klik hier voor meer informatie over GHIA.)
GHIA ontstaat door het hebben ervaren van zeer (levens)bedreigende fysieke/relationele omstandigheden, meestal al voor het eerste levensjaar. Voorbeelden van zulke omstandigheden zijn een baarmoedertijd waarbij de moeder veel stress had, een vroeggeboorte, een bijna-verstikking bij de geboorte, een adoptie als baby, een operatie/ziekenhuisopname als baby, etc.
We informeren op terugnaarhetmidden.nl ook over de manieren waarop iemand met GHIA via een lichaamsgerichte manier ‘het midden’ weer vaker kan vinden: een vredig gevoel van zijn, in plaats van steeds in de richting van hypo- en hyperarousal te bewegen.
Naast GHIA hebben zeer vroegkinderlijke lastige omstandigheden ook invloed op hoe jij later als persoon in de wereld staat.
Vroege ervaringen vormen je overtuigingen over jezelf en de ander, vormen je gedrag richting jezelf en anderen, je zelfbeeld en in welke mate je emoties lijfelijk kunt toelaten, voelen of uiten.
Persoonlijkheidskenmerken, karakterstrategieën, onbewuste besluiten over hoe we ons moeten handhaven in de wereld: het zijn aanpassingen aan ons authentieke zelf die ons weg halen bij onze eigenlijke potentie als uniek mens.
Maar … karakterstrategieën beschermen ons ook tegen ons tegen verdere pijn en ze zijn daarom bijzonder krachtig.
Aanpassingen aan onszelf worden ook wel afweermechanismen genoemd: de pijn moet worden afgeweerd. De pijn die er nog zit vanuit het verleden moet ‘onder de pet blijven’. En eventuele dezelfde soort pijnlijke gebeurtenissen moeten worden vermeden.
Dit stuk gaat over aanpassingen die gezien worden bij volwassen mensen die zich al heel vroeg aan het begin van hun leven heel onveilig moeten hebben gevoeld. Het gaat om de periode vóór het eerste levensjaar. Hierbij gaat het dus ook om de de periode pre- en perinataal vóór de geboorte in de baarmoeder en rondom de geboorte).
De karakterstijl die vaker gezien wordt bij mensen met dergelijk vroeg trauma heet: de schizoïde karakterstijl of de schizoïde persoonlijkheidsaanpassing.
Waarom wil ik het hierover hebben? Het gaan herkennen van bepaalde manieren van ons denken, doen en laten die mogelijk verbonden zijn met eerdere vroegkinderlijke stress, is een belangrijke stap. Het geeft ons de mogelijkheid om compassie en begrip voor onszelf te hebben, misschien ook af en toe een beetje om onszelf te lachen, én langzamerhand te kunnen verzachten in deze manieren, als ze teveel pijn veroorzaken in ons leven.
TRIGGER WARNING: Dit stuk over de schizoïde karakterstijl kan pijnlijk en verwarrend zijn. Zorg goed voor jezelf en stop met lezen als dit stuk je overstuur maakt of als het je niet brengt wat je nu nodig hebt.
Karakterstijlen
Ik maak gebruik van een hoofdstuk uit een boek dat ik erg goed vind. Ik zal ook enkele eigen ervaringen delen, als mens met GHIA en met een schizoïde karakterstijl. Ik ‘leuk’ het geheel op met tekeningen van mijn eigen lijf tijdens mijn proces van heling, dat nog steeds gaande is. Zoals je kunt zien, zijn mijn lijfelijke belevingen van diverse vorm en aard geweest. Zo gaat dat als je jezelf als menselijk lijf en de energieën en emoties daarin herontdekt, na langdurig ‘uit het lijf’ te zijn geweest.
Voor mij was het pijnlijk maar ook belangrijk om mijzelf sterk te herkennen in dit hoofdstuk uit het boek van Stephen M. Johnson, een gepromoveerd psycholoog en psychotherapeut uit Amerika, die het boek in 1994 publiceerde (bij W.W. Norton and Company, New-York/London). En ik weet: dit is geen blijvende waarheid over mij, verandering is mogelijk, met geduld, met de goede hulp en met veel zelfcompassie.
In het volgende intermezzo kan je iets meer lezen over de opzet van het boek van Johnson die meerdere karakterstijlen in zijn boek op een heldere en compassievolle wijze beschrijft. Je kunt het overslaan als je snel verder wilt lezen!
INTERMEZZO (toelichting bij het boek van Johnson)
Het boek van Johnson behandelt persoonlijkheidsaanpassingen in de volgorde waarin de vroege verwondingen optraden, dus per ontwikkelingsperiode. De schizoïde aanpassing is een resultaat van de impact van ernstige stress tijdens de allervroegste fase van ons leven. Johnson benoemt in het boek ook een andere aanpassing die ontstaat vanuit de fase in het eerste levensjaar na de geboorte wanneer er te weinig is voldaan aan de behoeften van de baby: de orale aanpassing. Meestal herkennen mensen met trauma voor het eerste levensjaar zowel de schizoïde als de orale aanpassing bij zichzelf. Dan is er zowel angst voor toenadering als angst voor verlating. Er zijn ook hoofdstukken over aanpassingen aan een onveilige omgeving in de verdere vroege jeugd, waarin je normaliter met voldoende en veilige (emotionele) steun een stabiel zelf moet gaan ontwikkelen.
Let op: deze karakterstijlen zijn nooit helemaal zuiver bij een mens zo af te grenzen. Want we maken van alles mee en er kunnen vermengingen van stijlen optreden. Ik herken mezelf bijvoorbeeld in heel veel van de verschillende beschreven persoonlijkheidsaanpassingen, maar het meeste in de schizoïde. Ook zijn dit soort stijlen in de tijd nooit stabiel en altijd veranderlijk! Het zijn geen onveranderlijke persoonlijkheidsproblemen. En al helemaal geen ongeneeslijke ziektes, stigma’s of labels! Hieronder vind je een tabel (die ik deels heb aangepast) uit het boek met de verschillende stijlen die Johnson behandelt en de samenhang van de karakterstijlen met de classificatie die psychiaters gebruiken voor persoonlijkheidsstijlen: de DSM-classificatie, in de tijd dat dit boek werd geschreven nummer IV ervan.
Afgescheidenheid
Het hoofdstuk waar ik veel herkenning in vond en waar ik grotendeels uit put voor dit artikel, heet: “The hated child: the schizoid experience”.
De term ‘schizoïde’ en de woorden ‘the hated child’ hebben wel even wat uitleg nodig.
‘Schizoïde’ heeft relatie met het woord afgescheidenheid. Het heeft te maken met de vervreemding die we kunnen voelen ten opzichte van de buitenwereld, het idee niet helemaal echt te zijn, er niet bij te horen. Ook heeft het te maken met de afgescheidenheid van ons lijf: van het voelen van het leven en de emoties in ons lichaam. Mensen met GHIA zijn vaak denkers, onze intelligentie is wat we vaak goed hebben ontwikkeld. Het lichaam is gewoonweg een te lastige plek geworden.
Met de term ‘hated child’, ben ik niet zo blij. Je moet het vooral zien als het idee dat iemand over zichzelf heeft gekregen. Er is (grotendeels onbewust) een idee dat er haat, agressie of kilte vanuit de buitenwereld zal zijn, waarvoor er een grote angst is. Het hoeft niet zo te zijn dat dit idee is ontstaan doordat je ouders/verzorgers jou destijds als kind daadwerkelijk haatten. Meestal houden ouders van kinderen. Maar, het idee van een hatelijke buitenwereld kan bijvoorbeeld zijn ontstaan bij een baby die met veel geweld geboren moest worden, omdat het bekken van de moeder te nauw was voor het hoofdje. Dit kind kan dan een diepe, fysieke inprenting met zich mee gaan dragen dat de wereld er eigenlijk op uit is om gewelddadig te zijn, hem of haar pijn te doen, hem of haar niet toe te laten. Hetzelfde geldt voor een kind dat langdurig in de couveuse lag of dat na de geboorte afgestaan werd. Ook als een kindje in de baarmoeder al weinig veiligheid en verbinding met de moeder heeft kunnen ervaren, vanwege bijvoorbeeld onveilige omstandigheden waarin de moeder tijdens haar zwangerschap was, kan dit het idee over de buitenwereld voor de rest van het leven kleuren (beter gezegd: ontkleuren …).
Schizoïde dokter
“Een dokter zei: ik denk dat ik mijn hele leven zo hard gewerkt heb om te vergeten dat ik niet het recht heb om te bestaan”.
Een citaat uit het boek, maar het had zo uit mijn mond kunnen komen: ook ik ben een drukke dokter geweest (neuroloog) en een echte denker.
Neurologen zijn de denkers onder de dokters. Ze worden door andere soorten dokters vaak als arrogant gezien omdat neurologen schijnbaar altijd prat gaan op dat ze zoveel weten: kijk deze komische scene eens op youtube, beide rollen worden gespeeld door een man die zelf oogarts is, én komiek (een geweldige combinatie!): The Neurologist Goes to Therapy).
Ik vermoed dat er onder mijn ex-collega’s neurologen (de denkers onder de dokters) wel meer met GHIA zijn, net zoals er ook opvallend veel neurologen lijken te zijn die lijden aan migraine (een aandoening die ik inmiddels grotendeels met een zenuwstelsel dat GHIA draagt verbind), maar ik verwacht niet dat er ooit een wetenschappelijk onderzoek zal komen om dat te bewijzen …
Kernovertuigingen schizoïde aanpassing
De kernovertuigingen van iemand met een schizoïde persoonlijkheidsaanpassing (die dus vaak tegelijkertijd met GHIA wordt gezien) is:
Ik word bedreigd in mijn bestaan.
Ik heb nooit recht op bestaan-, geen toestemming voor het ‘mens-zijn’ gekregen.
Mijn bestaan is niet gewenst.
Ik ben niet welkom.
Ik ben eigenlijk helemaal niets waard.
Ik ben helemaal anders dan alle anderen.
Ik ben onecht.
De wereld is er niet voor mij, dit is niet mijn thuis.
De wereld is hard, koud, gevaarlijk.
Dit zijn heel, heel pijnlijke en beangstigende aannames!
Wellicht reageer je meteen: maar dat denk ik helemaal niet, dat vertel ik echt niet zo letterlijk over/tegen mijzelf. Toch kunnen dit soort overtuigingen ergens diep in jouw psyche ‘vastzitten’ en impliciet, onbewust veel gedrag en emoties van jezelf beïnvloeden, alsmede veel invloed hebben op je lijf.
Afweermechanismen
Workaholic zijn is een van de gebruikte afweermechanismen qua gedrag. ‘Als ik maar hard genoeg werk, genoeg presteer, dan ontkom ik misschien aan dat idee dat ik niet mag bestaan en aan het idee dat ik eigenlijk nietig, niets waard ben’. Als het werken op een gegeven moment tijdelijk niet meer mogelijk wordt (bijvoorbeeld bij overspannenheid of door een ziekte) dan wordt dat afweermechanisme meteen pootje gelicht. De kans op een mentale crisis (depressie, angst, suicidaliteit) is dan aanwezig, omdat die onderbewuste pijnlijke aanname (ik mag niet bestaan) ineens niet meer afgeweerd kan worden. Sowieso zijn mensen met een schizoïde karakterstijl, vaak altijd wel wat somberig of gestrest. Op een bepaald moment, bij bepaalde levensgebeurtenissen, kan dat overgaan in een episode met depressieve klachten, angst en soms zelfs verlies van de realiteit met (rand) psychotische klachten.
De meeste afweermechanismen die mensen met een schizoïde persoonlijkheidsaanpassing hebben gevonden om de oorspronkelijke pijn niet meer, of niet opnieuw te voelen zijn gebaseerd op:
1. Disconnectie; terugtrekken (uit het lijf, van emoties, van andere mensen etc. ) en vooral ‘in ons hoofd zijn’.
Ons bestaan op een of andere manier toch proberen te rechtvaardigen.
Een lijfelijk spierpantser optrekken om veel van onze natuurlijke impulsen te onderdrukken en minder te hoeven voelen van binnen.
En dit alles dus om de existentiële oerangst, het verdriet en de razernij te bezweren die gepaard gaan met de diepe overtuiging niet te mogen of kunnen bestaan.
Gedragsaanpassingen
Welke gedragsmatige aanpassingen zijn er bij de schizoïde karakterstijl beschreven? Wellicht herken je er enkele bij jezelf, als je iemand bent met een lijf dat GHIA draagt.
Perfectionisme, uitstelgedrag, je vooral richten op je cognitieve functioneren, veel weten over een klein gebied, het belangrijk vinden ergens speciaal (goed) in te zijn, werkverslaving;
Een liefdevolle zorgende begrijpende (ouder)rol aannemen naar anderen, maar tegelijkertijd vermijden van relaties die te dichtbij komen, waarbij de ander graag wil dat jij op gelijkwaardig niveau emotioneel/fysiek dichterbij komt en blijft;
Controleren van de nabijheid in het contact met de ander (partners, vrienden, familie, therapeuten, artsen), zodat het voor jou steeds veilig blijft;
Conflicten voortdurend vermijden, boosheid eerder tonen door terugtrekking (‘passief-agressief’) en minder snel door je uit te spreken;
Spiritualiteit als hulpbron zoeken (het grotere geheel, de liefde van spirituele wezens, de kosmos ontvangen mij wel, mijn menselijke lichaam is niet belangrijk, alleen mijn ziel, of mijn spirituele zijn).
In welke rol voel ik mij veilig?
In mijn eigen leven merk ik dat het werken als dokter destijds en nu inmiddels als therapeut me goed afgaat. Ik voel me veilig in die rollen, ‘in control’. Ik heb ook het idee dat ik veel liefdevolle aandacht te geven heb, dat ik mensen snel begrijp, ze voelen zich vaak prettig bij mij. Tegelijkertijd weet ik dat ik moeite heb met mijzelf toe te vertrouwen aan iemands aandacht, aan iemands fysieke nabijheid, aan iemands ogen gericht op mij. Dat ik moeite heb met assertief zijn, een duidelijke grens stellen, rechtvaardige boosheid laten zien. Want boosheid als emotie heb ik gekoppeld aan de ervaring van bedreiging van mijn bestaan. En wat gij niet wilt dat uzelf gebeurt, dat doet u de anderen ook niet aan. En ze zouden eens boos terug worden: veel te bedreigend.
Mijn zelfbeeld steunt zwaar op een liefdevol mens en een hulpverlener zijn, en ik wil niemand kwetsen of boos maken. Tegelijkertijd is assertiviteit en het toepassen van agressie wanneer het nodig is, een heel belangrijke menselijke eigenschap in ons leven en benut ik hier niet mijn volle potentieel. Als ik niet meer in de rol van therapeut of dokter ben, maar de rollen keren om: ik ben een patiënt of cliënt, dan is mijn afweermechanisme van mijn rol als zorgend voor de ander meteen ontmanteld. Ik voel mezelf van binnen trillen van de angst: die ander heeft macht over mij: kan mij pijn doen of mij verlaten. Ook al was ik zelf dokter, ik had altijd ‘angst voor de dokter’.
In het hoofdstuk over de schizoïde aanpassing schrijft Johnson dat ondanks het vaak hoge functioneren van mensen met een schizoïde aanpassing “het essentieel is om de grote mate van verwonding en daaruit voortkomende kwetsbaarheid van deze mensen niet te onderschatten”.
Ik heb altijd aangevoeld dat ik kwetsbaarder, gevoeliger en stressgevoeliger was dan anderen. Ik voelde mij daardoor lang minderwaardig. Nu ik meer weet over mijn vroege verwondingen en de ernst ervan vanwege de zeer vroege fase van mijn leven waarin die grote stress optrad, kan ik er meer compassie en begrip voor hebben. Maar het blijft raar, al die ‘delen’ van mijzelf die bijna niet bij elkaar lijken te passen in één persoon: de slimme denker, de compassievolle vrouw én het doodsbange kleintje.
‘Kies’ je terugtrekken of aanvallen?
Kijk de video nog eens. The Neurologist Goes to Therapy.
Deze neuroloog die bij een andere dokter (een psychiater) komt, gebruikt een heel ander afweermechanisme dan terugtrekken, namelijk: zichzelf groot maken met het idee: de aanval is de beste verdediging! Ook voor deze neuroloog in de video, hoewel het natuurlijk een persiflage is, geldt dat we voor hem compassie kunnen opbrengen als we zien dat deze verdedigende afweermechanismen (in het psychiatrisch jargon persoonlijkheidstrekken of persoonlijkheidsstoornissen genoemd – stoornis in de zin van: hier komt echt lijden uit voort voor die persoon en diens omgeving) ontstaan zijn door lastige vroegere ervaringen in de jeugd. Het is ontzettend belangrijk hiervoor begrip en compassie te blijven hebben, voor onszelf als we ze gebruiken, en voor anderen als we ze zien gebruiken.
De tactiek van ‘aanvallen is de beste verdediging’ zien we bij de schizoïde karakterstijl minder vaak optreden, omdat deze de tactiek ‘terugtrekken is de beste verdediging’ hanteert.
Toch benoemt Johnson in zijn hoofdstuk dat het bij mensen met een schizoïde karakterstijl, een therapeutisch doel is om hen juist eens wat meer in de aanval te laten gaan. Hij juicht het dus ook toe als een cliënt met zo’n karakterstijl tegen hem als therapeut ineens hartstikke boos wordt. Want binnen een veilige therapeutische relatie kan ermee geoefend worden dat boos zijn niet gevaarlijk hoeft te zijn voor de relatie, dat het niet leidt tot vernietiging van jezelf (zoals de kernovertuiging van de cliënt eigenlijk is).
Mijn leven(digheid) bedreigt mijn leven
Johnson zegt: “Het organisme kan niet voortdurend razernij, wanhoop en doodsangst voelen, dus het keert zich tegen zichzelf om dit alles te onderdrukken, als overlevingsstrategie”.
Voor mensen met GHIA is het vaak lastig om alle soorten van emoties in het lijf te tolereren. Ook zelfs om levendigheid in het lijf te kunnen verdragen. Er is als het ware al heel vroeg een basisbesluit gemaakt: mijn leven mag er niet zijn, als ik het vertoon komt er pijn en gevaar, dus alles van levendigheid en beweging (het woord emotie bevat ook het woord bewegen: movere (Latijn)), is direct levensbedreigend. Alarmbellen gaan af als er wat dan ook in het lijf wordt ervaren. Zelfs fijne opwinding, gevoelens van blijheid, van verheugen. Als je die tenminste inmiddels hebt leren opmerken in je lijf, wat vaak al heel wat werk vergt, want als je uit het lijf geschrokken bent, kom je daar met je aandacht niet zo makkelijk meer in.
Het lijf van mensen met GHIA heeft, is als het ware als een kleine, starre container, die het lastig maakt om de fysieke gewaarwordingen van emoties te kunnen bevatten. De starheid van de container neemt bij tekenen van levendigheid of emoties zelfs direct toe, ter bescherming. Je lijf probeert zich als het ware uit alle macht bijeen te houden.
Veel mensen met GHIA krijgen ideeën van ‘ik ga uit elkaar vallen of exploderen’, of ‘er gaat iets heel ergs gebeuren’ als ze met lichaamsgericht werk gaan oefenen met het voelen van emoties (zeker die van angst, of verdriet of boosheid, maar zelfs ook die van blijheid of prettige opwinding).
De energie van woede
Bij gevoelens van woede kan er soms een onbewuste overtuiging bewuster worden gemaakt: “Als ik deze woede laat komen, dan is die vernietigend, niet alleen voor mezelf, maar ook voor de ander, dat wordt een catastrofe”.
Ook kan er een voortdurende haat van buitenaf gevoeld worden, vaak een haat die eerder lijkt van uit jezelf naar jezelf te komen, bij alles wat je doet, en vooral pogingen om te leven of iets van het leven te maken. Dit is een deel van jezelf dat je probeert te beschermen tegen de bedreiging van het gaan leven.
Niet makkelijk dus om te leven, om rechtop te blijven lopen, om jezelf steeds aan te moedigen, als er steeds die omringende (zelf) haat ervaren wordt. Dit heeft ook grote consequenties voor ons lijf, dat als het ware voortdurend angstig ineenkrimpt/zich schrap zet tegenover deze omringende hatelijke sfeer.
Ineenkrimpen
De enige optie die een foetus of baby heeft bij gevaar, vanwege diens nog weinig ontwikkelde zenuwstelsel en spierstelsel, is stoppen met bewegen, verslappen en/of verkrampen. Dit overlevingsmechanisme is al heel jong geleerd.
We hebben dus te maken met het idee dat de wereld ons haat, met zelfhaat die daar ook een oorsprong in vindt, en onze reacties van het lijf daarop van verstijving of soms eerder verslapping, die het lijf ook nog eens heel vroeg geleerd heeft voor overleving. Een heel lastige negatieve spiraal om te doorbreken, maar goed om te beseffen dat dit wel mogelijk is!
In meer ‘psychologische taal’, zoals geschreven in het hoofdstuk van Johnson klinkt het zo:
“De haat die van buitenaf wordt gevoeld, wordt geïntrojecteerd, en begint de levenskracht van het organisme te onderdrukken, zodanig dat beweging en ademhaling verminderen en er een onwillekeurige samentrekking van de spieren komt om levenskracht terug te dringen”.
De weg eruit
Johnson schrijft:
“Het kernwoord voor deze karakterstijl is: disconnectie. Disconnectie van levensprocessen in het lichaam, van emoties, van intieme anderen, van de gemeenschap en soms zelfs ook van objecten zoals eten of de natuur”.
“Dit is een verdedigende beweging die al op gang kwam, voordat het leven eigenlijk op gang kon komen. Het is al mis gegaan in het prille begin van verbinding en hechting dat niet goed op gang kon komen”.
Connectie is de weg eruit. Mensen met een schizoïde aanpassing hebben vaak zoveel angst voor connectie, dat het verlangen ernaar wordt overschaduwd. En toch … is dit wat een mens ten diepste nodig heeft: verbinding met de natuur, met anderen, met God, het Al, de bron, of hoe je dat ook noemt.
Weer in verbinding komen
Johnson benadrukt dat er eigenlijk een symbiotische, versmeltende verbinding met de ouder/verzorger is gemist. Zo’n veilige verbinding zou eigenlijk alsnog gemaakt moeten worden. Deze ontwikkelingsstap moet nog worden gemaakt, alvorens je je los kan maken en jezelf veilig kan voelen als individu in de wereld.
Het is mooi als zo’n verbinding en het weer op een rustige manier loskomen ervan kan plaatsvinden in een therapeutische relatie, maar in therapie gaan is natuurlijk wel een hele stap voor iemand met een schizoïde karakterstijl die niet snel een ander kan vertrouwen. Het vergt van een therapeut dat die een veilige, menselijke setting kan creëren en dit voor langere tijd omdat het werk tijd kost.
En er kunnen soms breuken ontstaan in de relatie, want zoals Johnson schrijft: “deze cliënten zijn heel gevoelig, ze hebben een enorm sterke perceptie voor empathie, voor onvoorwaardelijke positieve benadering, en congruentie”. Het samen repareren van deze breuken vergt een grote vertrouwensrelatie tussen de therapeut en de cliënt.
Of je nu wel of niet zo’n therapeut wil of kan vinden, het is zaak om veiligheid te creëren in je leven, met en in je lijf, en de “flow van instinctieve zelfexpressie te herstellen”.
In de Somatic Experiencing® traumatherapie-stroming, is het leren reguleren van de spanning in het lijf een van de belangrijkste pijlers om weer veiligheid te kunnen ervaren. Als er een lijfelijk gevoel van veiligheid is, dan veranderen gedachten en overtuigingen daar automatisch ook door. Dit heet bottom-up werken (dus niet primair je best doen om je gedachten proberen te veranderen, maar vanuit het lijf te beginnen). Meer hierover is te lezen in een vertaling van het onderwijs van Raja Selvam, een van de docenten binnen deze stroming.
Waarmee kan ik beginnen?
Als je dit leest omdat je je herkent in deze karakterstijl, dan kun je voor jezelf misschien bedenken: hoe ga ik leren omgaan met mijn lichaam dat snel stressreacties heeft? Met mijn lichaam dat zo gespannen is? Waar en wanneer kan ik me een klein beetje meer laten gaan? Waar kan ik op een veilige manier uitproberen hoe het is om mij wat vrijer te uiten naar anderen toe, te bewegen, te gaan dansen met het leven? Te ademen? Mijn stem te gebruiken? Met kleine stapjes en met veel geduld met mijzelf? Zou ik misschien kunnen werken met iemand die me fysieke aanraking biedt, en die geduldig is met mijn mogelijk angstige of andersoortige emotionele reacties hierbij? Of wellicht kan ik eerst beginnen met oefenen met zelfaanraking? Durf ik een therapeut te gaan vertrouwen?
Geduld met jezelf hebben, jezelf aan de hand nemen, en jezelf alsnog de wereld in brengen, die dan niet zo eng blijkt te zijn als hoe je er al zo vroeg over dacht, dat is de meest liefdevolle begeleiding die je jezelf kan geven.
Wat mij betreft, begint de heling van GHIA en de schizoïde aanpassing bij het erkennen dat je gewond bent geraakt, dat je hier ook een verhaal naar jezelf over kan vertellen hoe dat zo gebeurd is, compassie te voelen naar jezelf hiermee, te vertrouwen dat er een weg is naar herstel, en met weten dat je niet de enige bent die hiermee te kampen heeft. De Online GHIA-Qigong-groep die in 2024 is gestart is een mogelijkheid om dit laatste eens te ervaren, en hoe helend dit op zichzelf al is.
Qua therapeutische doeleinden beschrijft Johnson dat het uiteindelijk belangrijk is om de diep gelegen doodsangst (“terror”) en de daarmee verbonden razernij, lijfelijk te kunnen gaan bevatten, ervaren en tot expressie te brengen.
Dit gaan tolereren van emoties in het lijf wordt in de Somatic Experiencing stroming als belangrijk gezien, om daarna ook de langdurig opgeslagen lading van de vroege heftige emoties als reactie op de vroege stresssituatie los te kunnen laten. Dit kan met het nodige getril of stemgeluid gepaard gaan. Dit kan ook veel doen om de spanning in ons lijf te laten verminderen. Maar … dit vergt allereerst het vergroten van de container, ons lijf, om dit te kunnen doen. Om eerst een mate van lijfelijke aanwezigheid, veiligheid en gronding te bewerkstelligen.
Rustig aan!
Johnson waarschuwt terecht voor het te vroeg losmaken van deze emoties met bepaalde vormen van therapeutisch lichaamswerk, of met geestverruimende middelen. Dat kan iemand met GHIA doen ontregelen.
Verder wijst hij op hoe belangrijk het rustig aan gaan werken met het spierpantser is. Hij schrijft: “Een lichaamsgerichte therapeut kijkt waar de natuurlijke flow, beweging en energie van het organisme wordt tegengehouden door de chronische contractie”. Zelfs de ogen kunnen geblokkeerd zijn, “vooral bij stress lijken de ogen niet meer te zien, draaien weg, er is een soort van bevroren doodsangst in die ogen”.
In de GHIA-Qigong-groep werken we met het rustig aan in beweging krijgen van het lichaam, met vloeiende bewegingen, met het verminderen van contractie, om de ‘Qi’, de levensenergie die zo bedreigend lijkt voor mensen met GHIA, weer langzamerhand te kunnen gaan laten stromen, voelen en benutten. Ook leren we van elkaar veel over hoe dit is voor onze lijven en we hebben het ook vaker over de reacties van ons lijf als er wat ontlading of ontspanning plaatsvindt of juist weer constrictie omdat het toch weer een beetje te snel ging. En we hebben veel compassie met onze lijven.
Alles moet echt gebeuren met veel geduld, want “de schizoïde persoon is uit het lichaam geschrokken en kan er niet met dwang of confrontatie weer in komen”. En toch is het mogelijk: jezelf weer echt te gaan voelen. Een echt mens, met een lijf, met gevoelens daarin, een lijf dat ruimte in mag nemen en er mag zijn, zonder steeds die onderliggende angst voor vernietiging.
Mijn wens voor jou en mij
Ik eindig met de woorden van Johnson, hij zegt het zo mooi wat de grote hoop is voor iemand met GHIA en een schizoïde karakterstijl. Ik schrijf die woorden voor jou als lezer en voor mijzelf op als een gebed.
Moge jij op een lichamelijk gevoelsniveau kunnen ervaren: ik ben welkom hier, ik hoor hier. Ik kan het leven vertrouwen. Ik kan mijn eigen gevoelens vertrouwen. Ik hoor erbij. Ik kan liefhebben en geliefd worden. Ik kan en zal voor mijzelf zorgen en mijzelf liefhebben. Ik kan rennen, springen, roepen, mijzelf tot expressie brengen. Ik ben veilig. Ik ben geliefd. Ik kan rusten.
Boeiend, doorleefd en diepgaand artikel, prachtig geschreven, Saskia.
Dank je wel Saskia voor het delen. Ik lees van boven naar beneden en voel de kern steeds dieper raken, helemaal in het/je gebed…RAAK 🙏🫶
Prachtig en waardevol je tekeningen erbij, een helend proces waar je doorheen bent gegaan/waar mensen met GHIA doorheen gaan. Ik voel ineens ook weer wat ‘vertragen’ en afgestemd zijn in bewegingsoefenigen, lichaamsaanrakingen (afgelopen vrijdag LIV in de GHIA Qi-gong groep 👌🙏) zo diep doet in het lijf. En met elkaar zien en doen ondersteuning geeft om je lijf weer te voelen, in verbinding komen/blijven met je lichaam. Merci 🙏❣️