Inleiding
We kregen een mooie blog toegestuurd van Léon, die we graag hieronder plaatsen. Dank!
‘Jij geeft soms gas en remt tegelijk’, zei de lichaamstherapeut met een milde, tikje guitige blik. Het raakte een snaar; de lading daarvan moest nog dalen. Toen ik op deze site over GHIA las - Global High Intensity Activation: een werkterm voor een chronische ontregeling van het autonome zenuwstelsel die al heel vroeg is ontstaan, waardoor het systeem in een soort shock is blijven hangen - moest ik eraan terugdenken. Het lijkt inderdaad op een auto die door tegelijk gas te geven én te remmen in een wolk van hitte en rook terechtkomt. Of, in de woorden van ChatGPT: de rem wint vaak van de motor, maar intussen maak je van de auto een hittemachine die zichzelf sloopt. GHIA kan zo uitmonden in een opgebrand systeem.
Hulpeloos in shock
Waarom blijven die voeten zo strak op beide pedalen staan, en lukt loslaten niet? Bij alle verschillen in zeer vroegkinderlijk trauma zie ik één gemeenschappelijke noemer: het ervaren van een ‘verstotene’ te zijn, niet verbonden. Dat voelt als levensgevaar. Waar een jonge ree van een paar maanden op de vlucht al gauw tot zo’n 60 kilometer per uur kan halen, is een baby op die leeftijd totaal hulpeloos en afhankelijk. Nussbaum (2004) schrijft dat, wanneer de band met de verzorger stokt, er een primitieve schaamte en lichamelijk gevoeld levensgevaar kunnen ontstaan. Als aanhoudend huilen niet adequaat wordt beantwoord, kan het systeem in shock raken. Die globale, langdurige overactivatie wordt op deze site GHIA genoemd. Dit is niet te vangen in woorden of beelden, maar laat diepe sporen na in het lichaam. Van der Kolk (2022) zegt: het lichaam houdt de score bij. Juist in een tijd waarin we nog geen woorden of beelden hadden.
Langjarig en langdurig effect
Recente én langjarige bevindingen (D’Agata et al 2025) laten zien dat vroegkinderlijk trauma – zeker pre- en perinataal – langdurig kan doorwerken, vaak zichtbaar in internaliserende klachten als angst, depressie en terugtrekgedrag. Onderzoek naar maternale depressie tijdens de zwangerschap (Koc et al., 2025) wijst in dezelfde richting. Voor het verloop naar volwassenheid blijkt afgestemde zorg een grote beschermende factor: sensitiviteit helpt of GHIA beklijft of juist kan uitdoven (Faure et al., 2017; McLean et al., 2022). Ontbreekt die afstemming, dan is dat olie op het vuur. Onveilige gehechtheid kan het gevolg zijn; soms zelfs gedesorganiseerde gehechtheid, waarin het kind bang is voor wie het ook broodnodig heeft (Wallin, 2022).
Fobie voor het innerlijk
Het resultaat is vaak ‘een fobie voor het eigen binnenleven’ (Steele, Boon & Van der Hart 2013, 2018): er is geen intern anker, naar binnen gaan voelt gevaarlijk. Het leven gaat echter door, terwijl het systeem blijft steken in de vroege wond van het prille kind. De vroeg getraumatiseerde raakt in de survivorstand.
Survivorstrategie
De survivor doet wat nodig is om afstand te houden van het rauwe, kwetsbare binnen: remmen (deactiveren) en gas geven (activeren). Herken jij dat dubbele pedaal in jezelf?
De rem is de directe route. Zodra er iets opwelt (schaamte, verlatenheid, paniek) gaat de top-down demping aan. Je schiet naar het hoofd, benoemt, ordent, overziet en brengt het onder controle. Zo wordt de fobie bediend: wél weten, niet hoeven voelen. Het geeft een tijdelijke schijnveiligheid.
Gas geven is de omweg. Je houdt de binnenwereld óók op afstand, maar via een buitenommetje. Je zegt iets geruststellends, legt uit, komt de ander tegemoet (De Caluwé, 2024). Vaak komen er micro-signalen terug, zoals een knikje, een zachtere blik, een ‘oké’, en dat voelt als: het is veilig genoeg. Opluchting: je hoeft niet naar binnen, je hebt veiligheid extern ‘binnengehengeld’.
Sisyphus zonder intern kompas
Opgelost? Nee. Die geruststelling is duur. De rem werkt als de man met de zeis: spontaniteit verdwijnt. Het wordt een bloedeloos geheel. Wat stuurt iemands keuzes nog, als het gevoel het niet meer raakt? Het interne kompas ontbreekt.
En bij het gaspedaal geldt: pas als een ander knikt, mag de voet eraf. Dat is vanzelfsprekend een idee-fixe. Blijft het schouderklopje uit, dan moet er weer gas bij. Zoals Sisyphus die de rots telkens omhoog duwt en hem steeds opnieuw ziet vallen. Eindeloos.
Dubbele systeemlast
Alsof dat nog niet genoeg is, wisselen rem en gas in de praktijk razendsnel. Op een kritiek moment komt vaak eerst gas: warme toenadering om sociale dreiging te sussen. Maar nabijheid rijt oude wonden open: “word ik vastgehouden of val ik weer?” Een brein dat vroeg miskenning kreeg ingeprent, leest nabijheid dubbel. Ze belooft regulatie en verhoogt de inzet. Gezien worden is fijn én riskant. Het is als een verlangde zonnestraal dat daalt op een zwaar verbrande huid: au. Dus rem je. Lijkt de ander weg te vallen, dan geef je weer gas om het gat niet te voelen. In beide gevallen blijft het doel hetzelfde: de fobische afstand tot de binnenkant bewaken zonder in te storten. En zo draait Sisyphus door; zonder een intern kompas dat uitkomst biedt.
Naar het juiste midden
Gas en rem horen bij mens-zijn. Wat vroeg trauma bijzonder maakt, is de intensiteit: het juiste midden wordt zelden bereikt. Het is óf te veel gas, óf te veel rem. Herstel betekent voor mij: net iets meer gevoel toelaten vóór ik rem, en net genoeg vertraging inbouwen vóór ik gas geef. Iets meer intern kompas, iets minder uitsloofgedrag. Op weg naar het juiste midden.
Edoch: een veilig rijbewijs heb ik daar nog niet voor gehaald.





Dankjewel voor je mooie blog met de gas en de rem niet alleen als fysiologisch lichaamsgebeuren bij GHIA, maar ook als een metafoor voor wat er gebeurt in relaties qua afstand en nabijheid tegelijkertijd willen bewerkstelligen! Heel mooi beschreven!
Prachtig. En heel pijnlijk.